Twee weken lang verblijven ze in het uiterste zuiden van België, met uitzicht op Frankrijk en de vallei als vanzelfsprekend landingspunt. Het doel eenvoudig: de grond verlaten in België en pas weer aanraken voorbij de grens. Een vlucht als een gans, een mens die zich vogel waant. Bird men, shout-out Tony Prentice. De constructie bestaat uit lange aluminium buizen, verbonden met steigerkoppelingen, op spanning gebracht met goedkope staaldraad. Alles bijeen gesprokkeld tijdens occasionele bezoekjes aan de Hubo in Chimay. De vleugels zijn bespannen met een materiaal dat onheilspellend lijkt op crêpepapier, maar het gelukkig niet is. ’s Avonds zitten ze thuis, vol vertrouwen, een Chimay in de hand, de televisie als achtergrond. Morgen, zeggen ze, morgen gaan we vliegen.
Milan Veraart Steffen, 2002
Jonas Van Geel, 2002